In gesprek met Alfa-college bestuurder Wim Moes
De komende twintig jaar zet Groningen de schouders onder de aanpak van de noordelijke wijken. Twintig organisaties werken daarin samen en vormen samen een maatschappelijke coalitie. Voor de bestuurders van deze coalitie organiseerde Wijkmakers het afgelopen jaar een leergang wijkvernieuwing. EĂ©n van de deelnemers was Wim Moes, bestuurder van het Alfa College. âWe hebben de wereld opgedeeld in hokjes, daar moeten we van af!â
Wim is niet iemand die zijn mening onder stoelen of banken steekt. Zijn eigen woonplek bijvoorbeeld noemt hij âeen brave mensen reservaatâ. In de leergang zocht hij altijd het gesprek op. âDe leergang vond ik verrijkend. We zijn allemaal zo in ons eigen hokje gaan zitten. Op zich logisch, want dat zorgt voor overzicht. Maar het is ook een valkuil; je blijft makkelijk in je eigen vakje. Door met mensen uit andere organisaties te praten over de opgave, krijg je een ander perspectief. Er ontstaat een nieuwe gedeelde werkelijkheid.â
We hebben het altijd mooi over inclusiviteit, maar kijk eens naar je eigen kring. Het is toch vaak âhetzelfde soort mensenâ. Laten we ons beter verdiepen in de mensen waar we het voor doen.
Naar een inclusieve samenleving
In het onderwijs, maar ook in de wijkvernieuwing, gaat het altijd over mensen. Wim vindt dat er te vaak en te veel over mensen gesproken wordt, in plaats van met de mensen. âWe hebben allemaal de beste bedoelingen, maar het lukt ons vaak niet om Ă©cht in contact te komen. Ik vind dat we de gevoelswaarde van een inclusieve samenleving verder moeten ontwikkelen. We hebben het altijd mooi over inclusiviteit, maar kijk eens naar je eigen kring. Het is toch vaak âhetzelfde soort mensenâ. Laten we ons beter verdiepen in de mensen waar we het voor doen.â Dat is best ingewikkeld, zeker als je met meerdere organisaties samenwerkt. âMaar ook al binnen de gemeente; dat zijn toch verschillende bedrijven onder Ă©Ă©n paraplu. Ik denk dat het goed is als we veel meer gaan kijken vanuit onze opdracht, in plaats van uit onze organisatie. We denken vaak in problemen, maar we moeten denken in spanningsvelden en dilemmaâs. Die hoef je niet op te lossen, daar ga je mee om.â
Wim wil graag concreter worden. âAls we kijken naar ons beleid, dan hebben we allemaal het beste met de mensen voor. Maar voor die mensen is het veel te hoog over. Met de maatschappelijke coalitie willen we ongelijk investeren om juist te zorgen voor gelijke kansen. Als je niet oppast, zorgt deze aanpak juist ook weer voor een gevoel van minderwaardigheid.â Wim ziet een spanning tussen rechtvaardigheid en rechtmatigheid, ook in het onderwijs. âHet komt heel precies hoe we onze ambities concreet maken, hoe we die formuleren en hoe we de mensen waar we het voor doen op tijd betrekken.â
Informele netwerken in de wijk
In de leergang stond, naast de inhoud, ook het ontmoeten centraal. Ontmoeting tussen de verschillende organisaties en bestuurders, maar vooral ontmoeting tussen Groningers. âDe leergang bracht ons beter met elkaar in contact. Als bestuurders onderling, en met bewoners. Er was ruimte voor gesprek; open, nieuwsgierig en zonder oordeel. Bekend maakt bemind.â Dat menselijke contact vindt Wim wezenlijk voor het kunnen aanpakken van de opgave waar de maatschappelijke coalitie voor staat. âWe kunnen veel meer outreachend werken. Het zijn vaak niet de instanties die het verschil maken, maar juist de informele netwerken in de wijk. We moeten de rolmodellen vinden, belangrijker maken en daarop aansluiten. En meer nieuwe rolmodellen maken.â
Ik hou niet zo van de term âonderwijsâ. Onderwijs is geredeneerd vanuit de instantie. Laten we denken vanuit de jongeren en de maatschappelijke behoefte.
Het MBO als minimaatschappij
Waarom is het Alfa College onderdeel van de maatschappelijke coalitie? âHet MBO is een mini-samenleving, onder een vergrootglas en in een snelkookpan. Alle themaâs die je in de wijken tegenkomt, vind je ook bij ons. Kansenongelijkheid, ondermijning, armoede, gezondheid; het zijn allemaal themaâs waar ook onze studenten mee te maken hebben.â De MBO-studenten wonen in de wijken; ze nemen hun ervaringen mee naar school en nemen hun bagage ook weer mee naar huis. âIn een leeromgeving kun je juist een enorme bijdrage leveren aan het welzijn en de ontwikkeling van jonge mensen. Ik hou ook niet zo van de term âonderwijsâ. Onderwijs is geredeneerd vanuit de instantie. Laten we denken vanuit de jongeren en de maatschappelijke behoefte. Ik spreek dan ook liever van âleren en ontwikkelen. Bovendien geloof ik niet in het meritocratisch model waarbij hard werken een garantie is voor succes. Soms moet je simpelweg mazzel hebben.â
Kijken naar de toekomst
Voor de komende 20 jaar ziet Wim vooral een opgave in het spanningsveld tussen bedoeling van beleid en de beleving van dit beleid bij bewoners. âWe kunnen bewoners veel meer betrekken bij beleidsontwikkeling. Oprechte participatie. Daar moeten we instrumentarium voor ontwikkelen. En laten we er voor zorgen dat we de inzet, de mensen en de kennis vasthouden.â Daarin ziet Wim ook een rol voor Wijkmakers. âIk zou graag willen dat Wijkmakers ons als bestuurders scherp blijft houden op de inhoud en de ontmoeting blijft organiseren tussen beleid en praktijk.â En het onderwijs? Daar is Wim helder over. âHaal het leren alsjeblieft de school uit. Leer een leven lang, maak het weer leuk!â
Foto's: Nienke Maat