Column

Iedere maand komt er een wijkmaker aan het woord over actuele thematiek die volgens hen de aandacht verdient. Hoe kunnen we ons inzetten voor dit thema en waarom is dit belangrijk? 

Je leest het hier!

 Alles samen en vooral doorgaan

Door Bert Popken - Concerndirecteur Gemeente Groningen

 Meehelpen om het een beetje beter te maken in de wijk kan soms heel simpel zijn. Een tafeltennistafel, een bankje, de kinderen opvangen als er iemand ziek is of het groen eens flink aanpakken. Kleine dingen hebben soms een wonderlijk groot effect. Maar als je een structurele verbetering wilt voor iedereen dan is het vaak ingewikkeld en tijdrovend. En dat laatste is Nederland een beetje kwijt. Het landelijk beleid is - tja wat zullen we zeggen- ‘flink in de war’. Maar dat mag geen reden zijn dat we er op gemeentelijk niveau niet het beste van maken.

Alleen wie zijn ‘we’? Betrokken bewoners, onderwijs, corporaties, de Wij, warmte- en energiebedrijven, de gemeente, politie en nog zo wat: iedereen met zijn eigen invalshoek. Om daar structuur aan te geven moet je veel kennis hebben van de wijk zelf, maar ook de nodige ervaring. En daar komen de Wijkmakers om de hoek. Minister Blok heeft in het tweede Kabinet Rutte Nederland flinke schade toegebracht door de ruimtelijke ordening en de wijkvernieuwing min of meer af te schaffen. De kennis die in die periode (2012-2020) verloren is gegaan moeten we weer opbouwen. Kennis bij bestuurders, bij beleidsmakers en de mensen die het werk doen. Want wijkvernieuwing is een vak.

Bouwen aan de wijk: ruimtelijk én sociaal

De ruimtelijke-economische wijkvernieuwing is nog steeds klassiek en redelijk succesvol georganiseerd: speelt zich af in veelal door in tijd en ruimte afgebakende, concrete projecten. Breien met projecten dus, en dan de projecten strategisch inbedden. Schakelen tussen schalen. Het adagium van Endry van Velzen, de gemeentelijke wijkbouwmeester. De sociale wijkvernieuwing moet zich door de decentralisaties in het sociaal domein en nieuwe vraagstukken deels opnieuw uitvinden. Met Ivan Nio, onze sociale bouwmeester, worden daar grote stappen gemaakt. De problemen die achter de voordeur ontstaan zijn immers vaak ook onze problemen. Laten we onszelf vooral ook niet tekort doen: op Nederlandse schaal loopt Groningen nog steeds voorop in de wijkvernieuwing.

De Wijkmakers kunnen daar een goede rol vervullen. Dat niet iedereen constant aan het rennen is of aan het mopperen op ‘de governance’ (zit inmiddels volstrekt in mijn ‘irritatiezone’) maar de tijd en rust neemt om met collega’s van andere organisaties te werken aan betere plannen. Door de snijvlakken zoals sociaal-ruimtelijk, bewoners-gemeente centraal te stellen. En natuurlijk doorgaan met het opleiden van bestuurders, kennisdragers, projectleiders, wijkontwikkelaars en de rest. Geen geringe verantwoordelijkheid.

Blijven verbeteren

En verder? Het echte succes van de wijkvernieuwing is het stoïcijns doorgaan met verbeteringen. Het warmtenet, bouwen voor diverse doelgroepen, ondersteunen van bewonersinitiatieven, prioriteit voor Beijum Oost, de Hoogte en Paddepoel Zuid, verlengde schooldagen, bewustere toewijzing van sociale huurwoningen, vergroenen, goede scholen bouwen, sloop-nieuwbouw in de Indische Buurt, aanpak Bedumerweg, wijkbedrijf bij de Vondellaan, Selwerd afmaken: alles, samen en vooral doorgaan. Wijkvernieuwing is de belangrijkste van de ‘grand traveaux’ van Stad.

Vijf jaar geleden was Bert een van de initiatiefnemers en oprichters van Wijkmakers. Hij stond ons de afgelopen jaar bij als steun in de rug en als betrokken lid in onze raad van inspiratie. Hij laat ons en de stad een mooie boodschap na: blijf samen werken, geïnteresseerd in elkaars werkveld, en soms gewoon stoïcijns doorgaan.