
Column
Iedere maand komt er een wijkmaker aan het woord over actuele thematiek die volgens hen de aandacht verdient. Hoe kunnen we ons inzetten voor dit thema en waarom is dit belangrijk?Je leest het hier!
Samen de stad maken: van meedenken naar meedoen
Door Arno de Vries, bewoner KorrewegwijkDe gemeente Groningen heeft grootse plannen voor wijkvernieuwing in de noordelijke wijken. Vooral het begrip ‘radicale gelijkwaardigheid’ van inwoners is aansprekend. Al te vaak worden inwoners in de genoemde wijken gezien als mensen met problemen die hulp nodig hebben. Maar laten we eerlijk zijn: het zijn ook mensen met talenten, ideeën en de wil om hun buurt beter te maken. Als we echt willen bouwen aan een sterke stad, is het belangrijk dat we dat ‘samen doen’.
Waarom dit belangrijk is
In veel wijken van Groningen is de ongelijkheid groot. Terwijl sommige buurten profiteren van verbeteringen, blijven andere achter. Het is de uitdaging om mensen in een vroeg stadium te betrekken bij plannen. Want de mensen die dagelijks in de wijk leven, weten als geen ander wat werkt en wat niet.
Veel bewoners wachten niet op oplossingen van bovenaf, maar nemen zelf het initiatief. Van buurthuizen en voedselinitiatieven tot werkgelegenheidsprojecten. Ze willen niet alleen gehoord worden, maar ook invloed hebben. En daar zit de kern van echte participatie: niet alleen meedenken, maar meedoen en meebeslissen.
Meedoen is meer dan meedenken
Participatie is een mooi woord. Wat mij betreft betekent participatie dat je vanaf het begin aan tafel zit. Niet alleen als klankbord, maar als mede-ontwerper, als iemand die invloed heeft op wat er in de wijk gebeurt.
De nieuwe participatieverordening van de gemeente Groningen biedt mooie kansen. Het wordt straks duidelijk in hoeverre bewoners actief mee kunnen doen bij plannen van de gemeente. Het ‘uitdaagrecht’ – het recht van bewoners om gemeentelijke taken over te nemen – is daar een onderdeel van. Ook dat is immers gelijkwaardigheid: dat je als bewoner publieke taken kunt uitvoeren, en daar dan ook een beloning voor ontvangt. Het kan heel goed zijn dat bewoners het beter of goedkoper doen. In elk geval is het meestal anders dan anders. De betrokkenheid van bewoners draagt niet alleen bij aan het resultaat, maar ook aan de verbinding in wijken en buurten.
Waarde erkennen, ook in loon
In wijken waar mensen het minder breed hebben, zien we zoveel kracht en talent. Bewoners die zich inzetten voor de buurt, sociale projecten opzetten en hun kennis delen. Als iemand bijdraagt aan een betere stad, levert dat waarde op. Die waarde kan ook erkend worden in eerlijk werk en een bijpassend loon. Dat is belangrijk. Sowieso mag toegevoegd waarde beloond worden, maar een baan voelt ook anders dan vrijwilligerswerk, of een participatiebaan. Als we dus gaan investeren in wijken, is het goed om onszelf de vraag te stellen: waar kunnen we bewoners zelf inzetten?- en dan pas aanvullen met professionele organisaties.
Dit betekent dat we investeren in bewoners als mede-eigenaren van de stad. Niet alleen door ze te betrekken bij projecten, maar door ze de middelen en verantwoordelijkheden te geven om zelf verandering te brengen.
Vertrouwen en eigenaarschap
Als we wijken en dorpen willen waar iedereen meedoet, is het goed om die kansen ook echt te bieden. De gemeente geeft straks expliciet ruimte aan bewoners om zelf initiatief te nemen en stelt daar dan ook de middelen voor beschikbaar.
Dat vraagt om een cultuurverandering bij ons allemaal. Het vraagt van de gemeente om los te laten en te vertrouwen op de kennis en inzet van haar inwoners. En het vraagt van ons, bewoners, om eigenaarschap te tonen, verantwoordelijkheid voor onze eigen straten en buurten.
En wie pakt het stokje op?
Het zou mooi zijn als de gemeenteraad na vaststelling van het beleidskader en de verordening ook structureel ruimte en budget vrijmaakt voor inwonersinitiatieven. Ik ben heel benieuwd naar de visie van de gemeenteraad hierbij. Het stokje geef ik dan ook graag door aan Rozemarijn Gierking, raadslid van PvdA.
